Opgelet!Schijnbaar begrijpt uw browser geen Cascading Style Sheets of u hebt de ondersteuning voor CSS uitgeschakeld. Dat is niet erg, maar besef dat u momenteel een andere lay-out ziet dan de ontwerpers van deze site bedacht hebben.

Begrippenlijst

  • voldoende grote toiletruimte die zo is ingericht dat personen met een beperking er zelfstandig en comfortabel gebruik van kunnen maken;
  • voldoende grote parkeerplaats, die voldoet aan de basisafmeting om bruikbaar te zijn door personen met een beperking, deze moet niet conform de wegcode en de signalisaties volgens het KB van 1975 en het MB van 1976 zijn;
  • horizontaal gemeten afstand tussen 2 opeenvolgende tredeneuzen;
  • verhoogde rand aan de zijkant van een hellend vlak, om het afrijden tijdens het stijgen of afdalen te verhinderen;
  • slechts een deel van het te gebruiken object (toilet, kast, ...) is voorzien om eronder te kunnen rijden (meestal enkel met de voetsteunen van de rolstoel);
  • niveauverschil van maximum 18 cm;
  • ruimte met een diameter groter of gelijk aan 150 cm;
  • het hellingspercentage gemeten in de richting loodrecht (dwars) op de looprichting;
  • visuele en/of tactiele markeringen aangebracht om personen met een visuele beperking te helpen om hun weg te vinden.
    • bestaande constructies of richtpunten die voor geleiding kunnen zorgen (muren, randen, ...)
    • speciaal aangebrachte geleiding zoals blindengeleidetegels (noppen, ribbels, ...);
    • voelbare markering;
    • een aanduiding door kleurverschil, vormgeving, tekst, ... ten opzichte van de omgeving;
  • een type hoogteoverbrugging waarbij de hoogte door middel van een in helling gelegen route of pad overbrugd wordt;
  • de verhouding tussen het hoogteverschil en de lengte waarover het hoogteverschil overwonnen wordt (tot 4 % wordt als vlak beschouwd);
  • vlakke ruimte, vrij van obstakels, waarop een rolstoelgebruiker van richting kan veranderen (180° kan draaien);
  • het hellingspercentage gemeten in de richting evenwijdig met de looprichting;
  • de ruimte die voorzien is om met een rolstoel ergens onder te rijden (vb. onder een tafel, een werkblad ...) voldoet aan de vooropgestelde normen (breedte, diepte, hoogte) van onderrijdbaarheid;
  • ruimte die een rolstoel inneemt, minimum B 90 cm x D 120 cm;
  • het hoogteverschil dat met één trede overwonnen wordt;
  • systeem om in een ruimte overbodige achtergrondgeluiden voor hoorapparaatgebruikers weg te filteren;
  • ruimte nodig om een zijdelingse, voorwaartse of schuine verplaatsing te kunnen maken van rolstoel naar toilet, zitbank, douchezitje ... en terug;
  • voldoende grote parkeerplaats die enkel door personen die in het bezit zijn van een blauwe kaart gebruikt mag worden en die conform het KB van 1975 en het MB van 1976 gesignaleerd is;
  • de mogelijkheid om iemand vlak bij de inkomdeur te laten uitstappen en vervolgens te parkeren;
  • de beschikbare vrije breedte (zonder obstakels, ...) die men ter beschikking heeft om zich te kunnen voortbewegen;
  • de vrije breedte van de opening, bij openstand op 90° van één of beide deurvleugels, gemeten tussen de deurkader en het deurblad of tussen de 2 deurbladen. Indien het een schuifdeur betreft is dit de opening indien volledig geopend, gemeten tussen de deurkader en de kopse rand van het deurblad;
  • de dwarse afstand, gemeten loodrecht op de gebruiksrichting/positie;
  • de langse afstand, gemeten evenwijdig met de gebruiksrichting/positie;
  • de vlakke opstelruimte die naast de deurkruk gelegen is om de deur te kunnen openen en sluiten.